Vertalen en kunstmatige intelligentie

Door Joke van Zijl

De wereld om ons heen verandert steeds sneller. Dit komen wij ook tegen in de manier waarop wij ons beroep uitoefenen. Boven op een kast staat nog steeds mijn oude Underwood schrijfmachine waarop ik mijn eerste vertaling tikte. Dat moet begin jaren tachtig geweest zijn. Hoeveel pagina’s heb ik daar niet op getypt en ... overgetypt. Want overtypen hoorde erbij. Bijvoorbeeld als je toch koos voor dat andere woord, of een tikfout had gemaakt. De fotokopieermachines brachten daar verandering in: bij een foutjes hoefde je nu niet meer de hele pagina over te typen, met wat knip- en plakwerk kon je heel bevredigende resultaten bereiken. Daarna kwam de elektrische schrijfmachine eerst nog met een motortje om de typearmen te bewegen maar daarna met het bekende IBM-letterbolletje, een correctielint en een klein geheugen. En toen stond daar opeens, halverwege de jaren tachtig, de PC op mijn bureau, een tweedehands Kaypro II met het standaard besturingssysteem CP/M, 64 kilobytes RAM geheugen en twee 5¼-inch floppy disk drives. De programma’s stonden op floppy’s. Het starten van WordStar, het toenmalige tekstverwerkingsprogramma, ging via een opdracht achter de C prompt ofwel C:\_. Daarna had je alle tijd om koffie te zetten of boodschappen te doen, want dat duurde even.

De computer werd in sneltreinvaart gebruiksvriendelijker met onder andere functie- en pijltjestoetsen, een steeds groter geheugen en een muis om de toegang tot de functies te vergemakkelijken. De programma’s, met name tekstverwerken en spreadsheets, ondergingen ook de nodige verbeteringen. Moesten we aanvankelijk onze floppy’s – meestal mét een getypte versie – nog aan onze klant overhandigen of toesturen, al snel kon dat via een telefoonverbinding. De aansluiting op internet met allerlei zoekfuncties om informatie te vinden maakte het ons nog weer gemakkelijker. Het leek wel of de computer met alles wat erbij kwam speciaal voor de vertalers was ontwikkeld... In elk geval is de computer nu niet meer weg te denken op onze werkplek.

En nu? Er is ons veel werk uit handen genomen, maar de sneltrein is niet te stoppen. De computer wordt steeds slimmer en gaat zich nu ook met ons denkwerk bemoeien. Kunstmatige intelligentie, meestal aangeduid als AI (Artificial Intelligence), is al in ons leven binnengedrongen als onderdeel van de zo genoemde ‘vierde industriële revolutie’[1] waarin alle apparaten met elkaar verbonden zijn in een ‘internet der dingen’ en apparaten en computers robotachtige vormen aannemen en zelfstandig – vaak op eigen initiatief – taken uitvoeren en met ons communiceren.

Onlangs heb ik een vijfdaagse filosofiecursus gevolgd over de robotisering van de samenleving. Behalve dat het onderwerp zelf mij uitermate interesseert, hoopte ik ook iets te weten te komen over de stand van zaken van de AI om een beetje een idee te krijgen van wat we in ons beroep mogen verwachten.

Wat houdt AI in? Kunstmatige intelligentie is het vermogen van software, machines en apparaten om op basis van algoritmes externe gegevens correct te interpreteren, om van deze gegevens te leren en om met deze informatie problemen op te lossen en/of specifieke taken uit te voeren. AI is in staat dingen te doen die voorheen uitsluitend door mensen konden worden gedaan.

Wat betekent AI voor ons beroep? Staat de robot al klaar om het van ons over te nemen? Sommige mensen zeggen dat ze zich geen zorgen maken, dat het hun tijd wel uit zal duren. Anderen zijn van mening dat taal zo vernuftig, creatief en origineel is, dat een computerprogramma nooit in staat zal zijn dit te evenaren, dat gevoelsaspecten de computer vreemd zijn en dat hij de finesses daarvan nooit zal kunnen herkennen, laat staan vertalen. En als ik naar een vertaling van Google Translate kijk, kan ik me heel goed voorstellen dat men zo denkt. Het gaat net iets verder dan het woord-voor-woord vertalen, maar het is ook duidelijk dat het programma niet echt begrijpt waar het over gaat. Nu is het wel zo dat de meeste vertaalprogramma’s niet de pretentie hebben een volwaardige vertaling te leveren, maar vooral ondersteuning willen bieden. Meestal doen ze dat door in een groeiend corpus te zoeken naar gelijksoortige zinnen en constructies. Het programma doet dus altijd een beroep op het geheugen en bedenkt dus nooit zelf een vertaling. Het kan wel zelfstandig kiezen. Vrij veel mensen zijn – met Dick Swaab – van mening dat onze beslissingen geheel en al bepaald worden door natuurkundige en chemische processen in onze hersenen, dat alleen de verzameling voorgaande toestanden verantwoordelijk is voor wie of wat we zijn op een bepaald moment.[2] Dat gaat toch wel aardig lijken op de manier waarop een algoritme werkt. Harari vertelt in zijn boek Homo Deus over een hoogleraar musicologie die een programma heeft ontwikkeld dat koralen kan ‘componeren’ die deskundigen niet konden onderscheiden van de koralen van Johann Sebastian Bach.[3] Algoritmes kunnen leren. Dat doen ze ook op basis van niet voorspelde waarnemingen. Daardoor ontwikkelen ze zich mogelijk anders dan verwacht of bedoeld was. Zelf heb ik de neiging daarin een mogelijkheid voor creativiteit te zien.

Wat heeft de AI ons inmiddels gebracht? Behalve het eerder genoemde Google Translate waarvan ik niet onder de indruk was, zijn er nog diverse andere vertaalprogramma’s ontwikkeld. Maar ik heb er geen zien langskomen dat niet ook zo nu en dan domme dingen zegt. We zijn nog ver weg van het vertaalprogramma waar we helemaal op vertrouwen en met ‘wij’ bedoel ik hier ‘wij vertalers’ want er zijn natuurlijk veel meer niet-vertalers dan vertalers en die laten zich iets positiever uit over Google Translate.

Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier niet over de literaire vertalers. Literaire vertalingen hebben veelal een andere status, een esthetische en artistieke waarde. Ze zijn vaak ook bedoeld voor volgende generaties. Technische vertalingen – juridisch, medisch, zakelijk, commercieel et cetera – hebben die status meestal niet. Zij zijn voornamelijk bedoeld om een boodschap over te brengen of ze zijn een schakel in een discussie. De meesten van onze leden vertalen voor de zakelijke markt.

Wel interessant lijkt me de spreek- of stemvertalersapp. Je typt of spreekt in wat je wil zeggen in je eigen taal, en de app vertaalt het en zegt het in de gekozen taal. Je kunt ook vragen wat je gesprekspartner bedoelt als je het niet goed verstaat of begrijpt of als de app een verkeerd woord kiest waardoor het onbegrijpelijk wordt. Op die manier kun je zonder enige kennis van de taal van de gesprekspartner een gesprek met hem of haar voeren.

Interessant is ook de app die TVCN heeft ontwikkeld voor ambulancepersoneel waarmee hetzij de juiste vragen gesteld kunnen worden aan de patiënt in diens eigen taal hetzij onmiddellijk een tolk voor die taal kan worden opgeroepen. Op deze manier kan sneller de juiste zorg worden gegeven. Maar dit laatste valt naar mijn mening niet onder kunstmatige intelligentie. De patiënt moet de taal herkennen, niet de app.

Hoewel we er in ons dagelijks leven dus nog niet zo veel van merken en het nog wel even zal duren voordat we gezellig met een robot op de bank over een goed boek kunnen gaan zitten praten, zijn de deskundigen het er wel over eens dat ons met de verdere ontwikkeling van kunstmatige intelligentie grote veranderingen te wachten staan en dat met name onze manier van denken zal veranderen.

Zo zal AI de context van onze keuzes veranderen en daarmee onze keuzes zelf. En als ons denken verandert, verandert ook onze taal. Taal verandert natuurlijk altijd al vanwege al het nieuwe dat zich dagelijks aan ons presenteert. Maar taal gaat nu ook veranderen omdat we een andere gesprekspartner krijgen.

Een belangrijk aspect van AI is de communicatie tussen mens en computer. Het zou mij niet verbazen als met het toenemend vertrouwen van de mens in de computer en misschien zelfs met onze toenemende afhankelijkheid ervan, wij de taal van de robots die ons omgeven veel gemakkelijker zullen accepteren, eraan zullen wennen en zelfs zullen overnemen. We willen immers dat ze precies begrijpen wat we bedoelen.

______________________

[1] De andere drie revoluties waren achtereenvolgens: 1. de neolithische revolutie toen mensen van jagers-verzamelaars overgingen naar een sedentair leven in nederzettingen; 2. de industriële (r)evolutie en het tijdperk van de stoommachine; 3. de computer en de informatiesamenleving.
[2] Dick Swaab, Wij zijn ons brein, Olympus, 2015.
[3] Yuval Noah Harari, Homo Deus, Thomas Rap, 2015