Impact coronacrisis op registertolken en -vertalers

Coronacrisis dwingt registertolken en -vertalers op zoek te gaan naar ander werk

Na enkele maanden actievoeren eerder dit jaar hebben de registertolken en -vertalers een harde klap gekregen door de coronacrisis. Dat blijkt uit een enquête onder de beroepsgroep.

Ani de Jong - Getcheva, 9 april 2020

(Foto: eigen archief)

Meer dan 250 tolken en vertalers zijn ondervraagd over de gevolgen van de coronacrisis

Geen opdrachten meer

De registertolken en -vertalers worden door de coronacrisis zwaar getroffen in hun bestaan. Sinds de sluiting op 17 maart van alle rechtbanken, gerechtshoven en bijzondere colleges zijn alle oproepen voor tolkdiensten voor rechtbanken, IND en politie al ingetrokken tot eind april en vertaaldiensten zijn beperkt tot een minimum. Nieuwe opdrachten van deze organisaties komen er nauwelijks.

Op dit moment houden de rechtbanken alleen spoedzittingen. Het merendeel van de zaken wordt nu telefonisch of via een videoverbinding behandeld. Uit navraag bij de Tolkenbureaus bij de rechtbanken in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam blijkt dat het tolk- en vertaalwerk sinds de coronacrisis alsmaar minder wordt. Ook de IND en de politie maken sinds 15 maart beperkt gebruik van tolk- en vertaaldiensten.

Aanspraak steunmaatregelen

Tolken en vertalers zijn een onmisbare schakel in de opsporing en de rechtspraak. Toch zijn zij niet in vaste dienst bij de overheid, maar werken zij voor justitie als ZZP’ers.

Zij zijn nu één van de vele beroepsgroepen die aanspraak zullen moeten maken op de steunmaatregelen van de overheid voor zelfstandige ondernemers die getroffen zijn door de coronacrisis. Van de geënquêteerden is 31 procent alleen werkzaam als tolk, 9 procent is alleen vertaler en 60 procent beoefent tegelijkertijd beide beroepen.

Van de geënquêteerden heeft 65 procent één werktaal en 35 procent werkt met meerdere talen.

82 procent is full time werkzaam als tolk of vertaler. 15 procent doet het werk part time en 3 procent geeft aan in loondienst in andere functie te zijn daar het werk in zijn taal weinig is.

Geen toekomstperspectief

Naast het werk als tolk of vertaler heeft 22 procent ook andere werkzaamheden in het onderwijs, het toerisme of verricht vrijwilligerswerk. Volgens sommige van de respondenten is een bijbaan broodnodig omdat het beroep van tolk of vertaler steeds meer wordt uitgehold en geen financiële zekerheid en toekomstperspectief biedt vanwege de door de overheid geplande aanbestedingen.

Impact van de coronamaatregelen op de opdrachten

Voor 31 procent van de respondenten is de impact op de opdrachten groot en 60 procent beschrijft deze als zeer groot. “Zonder de maatregelen van de regering ging ik ook de deur niet uit, want ik behoor tot een kwetsbare groep. Ik ervaar de impact van Covid-19 als fataal, heb geen werk meer”, vermeldt een respondent.

Een andere geënquêteerde zegt: “Ik werk hoofdzakelijk voor politie, rechtbanken, IND en die liggen vrijwel stil, waardoor ik ook geen opdrachten meer krijg van aanverwante organisaties, zoals de Raad voor de rechtsbijstand, COA en Dienst Terugkeer & Vertrek. En alle reeds ingeplande opdrachten voor de komende maanden zijn ingetrokken.” Veel tolken en vertalers hebben op dit moment geen inkomen en geen buffer.

Impact van de coronamaatregelen op de inkomsten

Voor 60 procent van de respondenten is de impact van de coronamaatregelen op hun inkomsten groot en voor 19 procent zeer groot. Velen hebben geen inkomsten meer van tolk- of vertaalwerk en zijn dus afhankelijk van een andere baan of weten helemaal niet hoe zij straks hun vaste lasten en andere verplichtingen kunnen betalen.

Bij 79 procent van de tolken en vertalers zijn de inkomsten aanzienlijk gedaald als gevolg van de coronacrisis. Een deel van de geënquêteerden heeft geen tolkwerk meer en moet zich met kleine vertaalopdrachten redden. Alleen bij 5 procent leidt de coronacrisis niet tot inkomstendaling.

40 procent van de respondenten heeft op dit moment geen opdrachten.

Werk van de overheid krijgt 30 procent, 22 procent verricht commerciële opdrachten en 27 procent verleent diensten aan particulieren.

Bijna 50 procent gaat proberen gebruik te maken van de noodmaatregelen van de overheid voor ZZP’ers die getroffen zijn door de coronacrisis. Deze noodmaatregelen zijn aan voorwaarden gebonden. Eén van de voorwaarden is het 24-urencriterim.

Toch is voor velen binnen de beroepsgroep moeilijk aan dit criterium te voldoen. Een gerechtstolk bijvoorbeeld heeft niet iedere dag werk en als er een opdracht is, gaat het vaak over een tolkdienst met de duur van een half uur tot een uur per dag.

“Gerechtstolken in Nederland haalden hun inkomen voor de coronacrisis grotendeels uit de reistijd- en reiskostenvergoeding en zullen nooit aan het 24-urencriterium kunnen voldoen. Ook niet als de reistijd wordt meegeteld. Als de rechtspraak overgaat op videotolken en er geen inkomsten meer zullen zijn uit reistijd- en reiskostenvergoeding, zullen de tolken met de huidige tarieven uit 1981 gedwongen zijn een ander beroep te kiezen”, volgens Fedde Dijkstra, registertolk en -vertaler Duits en Fries.

Bijna 50 procent van de geënquêteerden geeft aan op zoek te willen gaan naar een andere baan. “Dit is noodzakelijk, want ik kan beslist niet als tolk of vertaler rondkomen”, meldt 19 procent. “Ja, ik overweeg een carrièreoverstap, want ik voel mij als tolk of vertaler niet gewaardeerd: zowel moreel als financieel”, is het standpunt van 30 procent van de respondenten.


Begin dit jaar hebben de registertolken en -vertalers van 13 tot 19 januari actiegevoerd tegen de voorgenomen maatregelen van Ministerie van justitie voor invoeren van aanbestedingen van tolk- en vertaaldiensten voor het OM, IND en de politie en het openstellen van het landelijk Register voor beëdigde tolken en vertalers (RBTV) voor mensen met een lagere taalbeheersingsniveau B2. In februari en maart bleven zij estafetteacties voeren in verschillende arrondissementen in het land. Het actiecomité van de actievoerders heeft in februari twee ontmoetingen gehad met minister Grapperhaus. Tijdens een Algemeen Overleg op 19 februari hebben Kamerleden van de vaste commissie voor Justitie & Veiligheid kritische vragen aan Grapperhaus gesteld. Naar aanleiding van dit overleg is op verzoek van de Kamerleden een parlementair advocaat aangesteld die de noodzakelijkheid van het aanbesteden van tolk- en vertaaldiensten binnen Justitie gaat onderzoeken. De parlementair advocaat moet uiterlijk op 13 april het rapport met zijn bevindingen presenteren.