"Mijn presentatie heb ik net iets anders ingevuld dan mijn voorgangster," begin ik mijn verhaal, terwijl ik me redelijk onzeker voel voor zo'n grote groep. Een zestigtal startende vertalers en tolken, grotendeels vrouwen, kijkt aandachtig mijn kant op. Het is zaterdagmiddag, half vier, en de deelnemers hebben al een lange 'luisterdag' achter de rug. Sommigen zien er vermoeid uit, anderen kijken op hun mobiel. Het is aan mij de taak om deze dag op een ludieke, doch interessante manier af te ronden.
"Ik wilde beginnen met het voorlezen van een column die ik heb geschreven naar aanleiding van een tolkdienst die ik heb gedaan. Excuses voor de paar heren in de zaal, maar de titel is Beugel BH." Tijdens het voorlezen van mijn column hoor ik vanuit alle hoeken zacht gelach. Het pretentieloze verhaaltje komt binnen en het ijs is gebroken.
Als ik dan vervolgens aan mijn echte presentatie begin over mijn ervaring als tolk verdwijnen mijn trillende benen, komt mijn hart tot rust en vertel ik ronduit en heel open over de interessante en moeilijkere kanten van mijn werk. "Het leukste aan dit werk is de enorme variëteit aan opdrachten," leg ik het publiek uit. "Dan zit je bij de rechtbank, dan bij de advocaat, de IND, de notaris of bij een voetbalwedstrijd, zoals Vitesse-Nice, om live verslag te doen. In welke baan heb je dat nou?" Hoe meer ik vertel, hoe enthousiaster ik word. "Als tolk heb je veel te maken met verschillende culturen, diverse soorten mensen, het is afwisselend en dus nooit routineus. Elke dag is anders," blijf ik de voordelen opsommen. Ik verzin dit niet, zo voelt het ook echt.
Maar eerlijk is eerlijk, er zijn net als overal, ook nadelen aan deze baan. "Het grootste punt zijn de tarieven," vertel ik. "Ervaring, kennis en expertise worden vooralsnog niet gehonoreerd bij de bemiddelaars waarvoor een groot deel van de tolken werkt." Er wordt veel van de tolk verwacht, variërend van het verbeteren van de tolkhouding tot het behalen van PE-punten en het volgen van een integriteitscursus, maar een tegenprestatie in de vorm van een ruimere vergoeding en waardering voor 20 jaar inzet en loyaliteit ontbreekt vooralsnog. "Ik heb een overzicht gemaakt van de tarieven van de automonteur tot de internist. De automonteur zit met € 2100 bruto per maand aan de onderkant, de internist met € 20.000 aan de bovenkant. Een niet-gespecialiseerde vertaler verdient gemiddeld € 3000 bruto per maand. De tolk komt niet eens in het rijtje voor. Dat zegt dan weer iets over de beeldvorming over tolken," leg ik uit.
"Maar we moeten niet bij de pakken neerzitten," vervolg ik mijn verhaal. "Je moet je niet alleen focussen op de tarieven of alleen werken voor bemiddelaars, maar je moet je ook proberen te diversifiëren. Net als de slager, die ooit begon met het verkopen van vlees, nu een hele catering heeft om te kunnen blijven voortbestaan. Zijn core-business is vlees, maar hij heeft het uitgebreid naar andere producten. Je moet met de markt mee. Dat geldt voor de slager, maar ook voor de tolk. Iedereen heeft zijn kwaliteiten, die hij op diverse manieren in kan zetten.
Zo ben ik behalve tolk ook tekstschrijver. Als tolk heb ik een geheimhoudingsplicht, maar als schrijver kan ik de dingen die ik tijdens mijn diensten tegenkom en die me bezighouden op een toepasselijke, anonieme en respectvolle manier omzetten in woorden op papier. Het resultaat is mijn boek Aminata, tussen hoop en vrees, over een Afrikaanse vluchtelinge."
Ik kijk de dagvoorzitter aan, voordat ik enthousiast ga vertellen over het ontstaan van dit boek en mijn beweegredenen om het te schrijven. Ze geeft me een teken dat ik nog vijf minuten heb. Nog vijf minuten om uit te leggen waarom tolken een beroep is om trots op te zijn. "Concluderend," zeg ik, "is het de variëteit aan opdrachten en mensen, de vrijheid, maar ook de brugfunctie die ik kan vervullen tussen diverse partijen. Onmisbaar, maar onzichtbaar tegelijk."